Grip op tijd

In dit onderzoeksproject wordt onderzocht hoe mensen met een (visuele en) verstandelijke beperking omgaan met tijd. De doelgroep ervaart dagelijks problemen in de omgang met tijd. Ze kunnen niet altijd de klok lezen of weten bijvoorbeeld niet goed wanneer een activiteit start of afgelopen moet zijn. Bijvoorbeeld: om op tijd te komen voor de taxi, zit de één al een hele tijd van tevoren klaar met de jas op de schoot en wacht daardoor erg lang, terwijl de andere vlak voor de taxi komt nog gaat douchen omdat de tijd toch nog heel lang duurt.

Verder ervaart deze doelgroep vaak problemen met hun dagelijkse tijdmanagement, zoals op tijd komen voor geplande afspraken. Ze vragen bijvoorbeeld voortdurend aan hun begeleiding of de afspraak nu al bijna zover is. Mogelijk kunnen ze niet goed de klok lezen, analoog of juist digitaal, of ze kunnen wel klok lezen maar weten niet precies hoe de wekker werkt. Hierdoor hebben ze regelmatig ondersteuning nodig vanuit hun begeleiding bij de omgang met tijd in hun dagelijks leven.

Eerder onderzoek laat zien dat een deel van de mensen met een verstandelijke beperking een beperkt tijdsbesef heeft. En mensen die hiernaast een visuele beperking hebben, missen vaak ook belangrijke visuele ‘time cues’: aanwijzingen om op te merken dat de tijd voorbijgaat, zoals de dag in de nacht. Zo is het kunnen waarnemen van licht of donker,  belangrijk voor het circadiaanse ritme dat weer nodig is om te weten of het tijd is om te slapen of om alert te zijn. Of iemand die slechtziend is en de cijfers of wijzers op de klok niet goed kan zien. Hier zijn zogeheten tijdshulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld een groot cijfer klok, een sprekende klok, een smart speaker of TimeTimer, die een goede ondersteuning kunnen zijn, zodat deze doelgroep zelfstandiger kan zijn in het dagelijks leven.

Het onderzoek

Tijdmanagement is belangrijk om zelfstandig te kunnen functioneren in het dagelijks leven. In dit onderzoeksproject is het doel om het dagelijks tijdmanagement van mensen met een (visuele en) verstandelijke beperking te verbeteren en anderen te adviseren hoe zij deze doelgroep kunnen ondersteunen bij het omgaan met tijd.

Er zijn 4 deelstudies opgezet, allereerst een literatuuronderzoek om in kaart te brengen hoe ondersteuning van tijdhulpmiddelen de tijdgerelateerde vaardigheden en capaciteiten van mensen met een (visuele en) verstandelijke beperking kan helpen verbeteren. Ten tweede een Delphi studie met semigestructureerde interviews. Hierbij wordt aan professionals, de cliënt zelf en familieleden gevraagd hoe de doelgroep omgaat met tijd. Wat zijn de problemen rondom tijd en wat gaat al goed in de praktijk? Als derde een online vragenlijst over tijd-ondersteunende hulpmiddelen, zoals een wekker, kalender of agenda. De vragenlijst brengt de tevredenheid en het gebruik van deze tijdhulpmiddelen in kaart. De vierde deelstudie omvat een KaTid assessment (tijd-test) om de tijdverwerking bij cliënten en familieleden te meten.

De voorlopige resultaten van dit onderzoek laten zien dat het inzetten van tijd-ondersteunende hulpmiddelen belangrijk is voor het vergroten van de zelfstandigheid van mensen met een (visuele en) verstandelijke beperking.

In het Nederlandstalige praktijkgerichte wetenschappelijke tijdschrift NTz staat het artikel “Tijd en tijdsbeleving van mensen met een (visuele en) matige verstandelijke beperking” , hierin is meer over dit onderzoek te lezen.

Samenwerkende partijen binnen dit onderzoek


De hoofdonderzoeker van dit onderzoeksproject is Debora van Elst, psycholoog en promovendus. Zij is in 2020 gestart met dit onderzoeksproject.

In de klankbordgroep van het onderzoeksproject zijn meerdere (inter)nationale experts betrokken. Voor de KaTid studie is een samenwerking aangegaan met Gunnel Janeslätt en Iréne Alderman, de oorspronkelijke ontwikkelaars van KaTid-Adult©. Ook zijn er co-onderzoekers, ervaringsdeskundigen en studenten gevraagd voor hun input gedurende de verschillende studies. En daarnaast zijn er de ouders, begeleiders en zorgprofessionals die deelnemen vanuit verschillende organisaties, waaronder Bartiméus, Ons Tweede Thuis en Odion.

Het onderzoek wordt gefinancierd door ZonMW.