Vertrouwensrelaties

Mensen met een verstandelijke beperking met en zonder zintuigelijke beperkingen die begeleiding nodig hebben, bevinden zich door hun ondersteuningsvraag in een afhankelijkheidspositie ten opzichte van professionele begeleiders. Voor gezonde afhankelijkheidsrelaties zijn vertrouwensrelaties belangrijk. Maar hoe komen deze vertrouwensrelaties tot stand en hoe houd je continuïteit in vertrouwen tussen cliënten en professionele begeleiders in een branche waar een tekort aan personeel is en flexkrachten ingezet worden om de dienstroosters te vullen? 

Cliënten moeten steeds opnieuw kennismaken met, zich laten verzorgen en ondersteunen door professionele begeleiders die hen vreemd zijn. Cliënten kunnen zich (onbewust) afvragen: ‘Is deze persoon te vertrouwen?’  ‘Wil deze persoon mij wel echt leren begrijpen en helpen?’  ‘Doet deze persoon het wel zoals ik het prettig vind?’. Niet kunnen vertrouwen op een ander geeft op bewust en onbewust niveau aanleiding voor onzekerheid, spanning en stress. Deze spanning en stress kunnen ervoor zorgen dat mensen verminderd openstaan voor dat wat hun professionele begeleiders hen willen leren.

Ook vanuit het perspectief van de nieuwe professionele begeleiders speelt het opbouwen van vertrouwen een rol, omdat de medewerker vertrouwensrelaties aangaat met cliënten en collega’s. De nieuwe medewerker krijgt te maken met een bestaande werk- en omgangscultuur en moet zich hierin een weg banen. Dit kan onzekerheid met zich meebrengen wat weer van negatieve invloed kan zijn op het handelen van de professionele begeleider en daarmee ook op de interactie en vertrouwensrelatie tussen professionele begeleider en cliënt.

Het is daarom van belang om te onderzoeken welke factoren een rol spelen bij het ontstaan en bestendigen van vertrouwensrelaties. Verwacht wordt dat epistemisch vertrouwen hierbij een rol speelt. Dit is het vertrouwen dat informatie die anderen met je delen betrouwbaar is.

Het onderzoek

Het onderzoek bestaat uit een aantal opeenvolgende delen.

Als eerste wordt een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd om de concepten te vinden die worden gebruikt in professionele vertrouwensrelaties en/of epistemisch vertrouwen en hun relatie. Daarnaast interviewen we, in samenwerking met ervaringsdeskundigen, mensen met een (visuele en) verstandelijke beperking over hun ervaringen met vertrouwensrelaties met hun zorgverleners. 

Vervolgens wordt een Delphi-studie uitgevoerd waarbij experts op het gebied van het onderwerp geïnterviewd worden over wat zorgverleners kunnen en moeten doen om vertrouwensrelaties en epistemisch vertrouwen met hun cliënten met een (visuele en) verstandelijke beperking te vergroten. De factoren die we vinden, worden getraind aan de zorgverleners.

Door middel van actieonderzoek wordt onderzocht op welke manier de bovengenoemde concepten kunnen worden gebruikt tijdens interventies om professionele counselors te ondersteunen bij het ontwikkelen, bestendigen en mogelijk overdragen van vertrouwensrelaties en epistemisch vertrouwen met hun cliënten.

In het laatste deel van het onderzoek volgen we in meerdere casestudies cliënten en hun getrainde zorgverleners om erachter te komen welke factoren de vertrouwensrelatie zullen vergroten en verkleinen en welke rol epistemisch vertrouwen hierin speelt.

Samenwerkende partijen binnen dit onderzoek

Hoofdonderzoeker van dit onderzoeksproject is Beanka Polman, orthopedagoog generalist en promovendus bij de Twentse Zorgcentra.

Binnen dit onderzoek wordt samengewerkt met de Vrije Universiteit Amsterdam en De Twentse Zorgcentra

Met de ervaringsdeskundigen van De Twentse Zorgcentra zijn de vragen voor de interviews van het eerste deel van het onderzoek ontwikkeld en zij voeren de interviews ook uit.  

Het onderzoek wordt mede gefinancierd door De Twentse Zorgcentra.